Gerbert Dirksz Rebel
Gerbert Dirksz Rebel,
geb. op 29-11-1810 te Huizen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 02-12-1810 te Huizen; dgt. Hendrikje Brasser,
ovl. op 04-11-1811 te Huizen; aan de mazelen,
begr. op 05-11-1811 te Huizen; wonende N. 272.- Vader:
Dirk Gerbertsz Rebel, zn. van Gerbert Dirksz Rebel en Hendrikje ( Heintje) Jans Brasser ( Bos),
geb. op 12-05-1782 te Huizen; 1816: 34,
ged. Gereformeerde Gemeente op 12-05-1782 te Huizen; dgt. Aaltje W:? de Zwart,
Landbouwer,
ovl. op 18-02-1832 te Huizen,
, -
DIRK GERBERTSE / GERRITSE REBEL
Huizen Koptienden (1805-53 => 1835-67):
1805-53: v. Jacob van Garderen 4 kop 1/8
1806-59: v. Meeuwis Gerbertsz Rebel 1 Spt 1 kop 3/8
1808-56: Situatie: 1 Spt 5 kop 1/2
- v. Claas Hendriksz Visser 1 Spt 7/8
- v. Wed. Willem Willemsz Teeuwisz 1 Spt 3 kop
t/m 1812-56: Situatie: 4 Spt 1 kop 3/8
1814-55: op Cornelis Gerbertsz Rebel 5 kop
1818-62: Situatie: 3 Spt 4 kop 3/8
1818-58: v. Jan Hendriksz Snijder 1 Spt 3 kop ?
t/m 1822-74: Situatie: 3 Spt 4 kop 3/8
1823-73: op A: Rozeboom 1 Spt 3 kop
1825-72: Situatie: 2 Spt 1 kop 3/8
1826-71: v. Meeuwis Petrusz Kooij 2 kop
1827-70 t/m 1829-68: Situatie: 2 Spt 3 kop 3/8
- Verkregen van onbekende 3 Spt 7 kop 1/8
1835-67: Situatie: 6 Spt 2 kop 1/2
- v. Folio 71: 4 1/2+ 8 1/8 + 8 1/8 = 2 Spt 4 kop 3/4
- Situatie: 8 Spt 7 kop 1/4
-
ORA-184-3224A013; 04-11-1806: Akte van scheiding, scheiding der boedel en verdeling.van Matje (Hendriks) Snijder, overleden 03-03-1802 alhier, weduwe van Willem (Willemsz) Teeuwissen (de Jonge).
Gerbert (Willemsz) Teeuwisse voor zijn prive wonende binnen Huizen, Gerbert (Willemsz) Teeuwissen en Hendrik (Hendriksz ?) Visser in qualiteit van bij Testament van nu beide wijlen Klaas (Hendriksz) Visser en deszelfs huisvrouw Rutje (Willems)
Teeuwissen gestelde voogden over derzelver minderjarige kinderen met namen Hendrik, Matje, Willem en Aaltje (Klaasz) Visser.
Dirk (Gerbertsz) Rebel en Lambertje (Klaasz) Visser, echtelieden, mede alhier woonachtig, zijnde den vrouw comparante met den voorn: haren man geadsisteerd.
- Nota de weduwe Willem Teeuwissen wier nalatenschap hierin wordt vermeld, reets den 03-03-1802 - en de hierin vermelde Klaas Hendriksz Visser en deszelfs voor-overledene Huisvrouw Rutje Willems Teeuwis beiden voor den Jaren 1806 overleden
zijnde kome hier geene vertooning van Peinissie Billet van Toe-eigening te pas.
Te kennen gevende dat Matje (Hendriks) Snijder, overleden 03-03-1802 alhier, weduwe van Willem (Willemsz) Teeuwissen, nalatende 2 kinderen, te weten de 1e genoemde comparant Gerbert (Willemsz) Teeuwissen en de moeder der 4 opgenoemde
minderjarige kinderen van Klaas (Hendriksz) Visser, zijnde de moeder van de comparante Lambertje Visser, met name Rutje Teeuwissen, en dat derhalve die haar 2 nagelaten kinderen ieder voor de gerechte / portie de nalatenschap van voorn: wijlen
Matje (Hendriks) Snijder wed.v. Willem (Willemsz) Teeuwissen, ab intesto gerechtigd waren, doch dat hij comparant Gerbert (Willemsz) Teeuwissen, met nu wijlen zijn schoonbroeder Klaas (Hendriksz) Visser van mede wijlen zijne zuster Rutje
(Willems) Teeuwissen, hadden goed gevonden,
tr. (2)
met Gijsbertje Tijmens Rooij de.,
tr. (1) op 12-05-1805 te Huizen; Impost 26-04-1805: 2x f 6,- = f 12,-.
- Moeder:
Lambertje Claas Visser, dr. van Klaas Hendriksz Visser en Rutje Willems Teeuwisz,
geb. op 19-03-1780 te Huizen,
ged. Gereformeerde Gemeente op 19-03-1780 te Huizen; dgt. Aaltje Hendr: Rebel,
184-3225A083; 11-09-1809: wordt niet als kind genoemd,
184-3224A013; 04-11-1806,
ovl. op 14-07-1814 te Huizen,
begr. op 18-07-1814 te Huizen; Grafnr. 21 in 't koor.
>